Centrecourt Magazine dec 2025 2

Interview Vincent Luyendijk: "Zorg dat je onderdeel bent van de ruimtepuzzel"

Hij heeft onmiskenbaar een hart voor sport, zo blijkt wel uit zijn cv. Vincent Luyendijk was ooit medeoprichter van het wielermagazine Soigneur en werkte tussen 2016 en 2018 als algemeen directeur van de Nederlandse wielrenunie KNWU. Maar ook de hang naar innovatie, nieuwe ideeën en vooruitgang is altijd onderdeel geweest van zijn werk. Dat was al zo toen hij in 1999 aan de wiegstond van het digitale en innovatieve ontwerpbureau IN10 en het is voor hem nogsteeds dagelijkse kost.

Inmiddels is hij al geruime tijd adviseur, spreker en schrijver op het gebied van de gezonde, duurzame leefomgeving. Een leefomgeving met beperkte ruimte, waar duurzaamheid, mobiliteit, klimaatadaptatie en zeker ook sport en bewegen hand in hand gaan. Het kan, maar je moet het willen. “We hebben een verantwoordelijkheid om onze ruimte samen optimaal te benutten.”

In 2025 schreef Luyendijk een boek over het thema van de gezonde, duurzame leefomgeving: De fijne stad. Het is een verzameling van ideeën, inzichten van experts, voorbeelden en verhalen van hoe de stad, bij uitstek een plek met beperkte ruimte, in alle opzichten een fijne leefomgeving kan zijn. De basis van zijn denken is wat hij noemt “de maatschappelijke waarde per vierkante meter”. Wat kun je met jouw bedrijf, organisatie of sportclub op de lange termijn betekenen voor de maatschappij en de omgeving? Zijn denkwijze heeft veel raakvlakken met wat onder beleidsmakers ook wel ‘brede welvaart’ wordt genoemd: het welzijn van mensen in alle opzichten. Niet alleen materiële waarde speelt daarbij een rol, maar ook gezondheid, onderwijs, milieu en een veilige, sociale leefomgeving zijn factoren die bijdragen aan algeheel welbevinden.

Maatschappelijke waarde per vierkante meter

"Aanvankelijk nam ik dat ook als uitgangspunt, brede welvaart”, zegt Luyendijk. “Maar het voelde ook wel echt als een beleids term. Bovendien kwam ik veel mensen tegen die toch niet helemaal begrepen wat het inhield. Maatschappelijke waarde per vierkante meter is duidelijker. Wat voeg je toe aan de maatschappij met de ruimte die je hebt? Wellbeing, inclusivity, sustainability and economics – daar draait het om. Kortweg WISE. Oftewel: welzijn, inclusie, duurzaamheid en economie. Voor WISE ben ik geïnspireerd door het werk van hoogleraar Rutger Hoekstra uit Leiden. Hij doet onderzoek naar het principe van brede welvaart in andere landen. Hoe benoemen ze het daar en hoe hanteren ze het? WISE is daarin altijd wel de gemene deler."

“Mijn idee van maatschappelijke waarde per vierkante meter is overigens geboren op het sportcomplex. Op sportterreinen zag ik vaak hoe banen en velden op grote delen van de dag helemaal niet efficiënt werden gebruikt. Ik dacht: Het kan toch niet zo zijn dat dit grote terrein in een druk land niet méér betekent voor de samenleving, dat er alleen ’s avonds wat trainingen zijn en in het weekend wat activiteit? Ik zou bijna zeggen: je bent het de maatschappij verschuldigd daar een betere invulling aan te geven.”

Open mindset

Veel tennis- en padelclubs kennen dit verschijnsel natuurlijk. Overdag staan banen regelmatig leeg en ’s avonds is er nog weleens ruimtegebrek door mensen die les hebben of graag na het werk willen spelen. Er zijn zeker manieren om de baanbezetting te stuwen – denk aan speel- en trainingsuren voor senioren of het beschikbaar stellen van banen voor verhuur in zogenoemde daluren – maar het uitgangspunt van Luyendijk is toch net anders. Hij vraagt zich af hoe je de beschikbare ruimte beter kunt benutten in het belang van de gehele samenleving.

“Dat begint bij een open mindset”, stelt Luyendijk. “Kijk ik als buitenstaander naar de tennisclub, dan was dat zeker in het verleden toch een wat gesloten bastion. Dat is aan het veranderen. De komst van padel is in dat opzicht natuurlijk een heel interessante. Padel heeft een heel ander imago, trekt over het algemeen wat jongere mensen aan, die sport ook anders beleven. Dat zal voor clubs soms best even slikken zijn, zeker voor de verstokte tennisliefhebber, maar het is ook gewoon vernieuwing. En vernieuwing leidt tot dit soort ontwikkelingen, tot vermenging van bloedgroepen en sentimenten. Een echt open opstelling is, voor elke sportclub, wel essentieel. En ook dat hangt nauw samen met de  ruimte. Gezien de ruimte die sport inneemt, kan het niet zo zijn dat door bijvoorbeeld een elitair imago of een andere reden de sportclub toch niet voor iedereen even toegankelijk voelt. Je hebt een verantwoordelijkheid om inclusief, breed maatschappelijk betrokken en benaderbaar te zijn.”

Onderdeel van de Puzzel

Een goed plan en bovendien een heel logische stap van een sportbond, vindt Luyendijk. De gesprekken die je op basis hiervan voert met andere partijen, moet je echter wel op de juiste manier ingaan, adviseert hij met klem. “Als je in gesprek gaat met 17 andere belanghebbenden, een plek aan tafel wilt hebben als die ingewikkelde puzzel van invulling van de schaarse ruimte wordt gelegd, dan moet je de andere partijen aan tafel en hun belangen heel goed kennen. Je moet heel goed weten met wie je die puzzel legt. Bonden – en dat geldt eigenlijk voor alle belangenbehartigers – zitten er natuurlijk om hun eigen zaak te bepleiten. Heel begrijpelijk, maar je bereikt uiteindelijk meer als je het gehele speelveld goed overziet en weet wat de knelpunten zijn op andere domeinen, zoals wonen, duurzaamheid, milieu, zorg en welzijn. Dan kun je ook de vraag beantwoorden welke waarde je met jouw sporten kunt toevoegen aan het geheel. Doe je dit niet, dan ben je geen onderdeel van de puzzel en word je van de kaart geduwd. Ben je wel onderdeel van de puzzel, dan kan het zo zijn dat je zo nu en dan tweede viool speelt. Dat het gaat om wonen én tennis. Om duurzaamheid én tennis. Maar zo gaat het als je graag onderdeel van de puzzel wilt zijn.”

Lees het hele interview in het Centrecourt Magazine