Blaashal blijkt ook voor KNLTB beste optie om twee banen te overkappen
De één noemt het een blaashal, de ander een luchthal en als je een beetje googled, komt soms zelfs de term ‘air dome’ naar voren. Welke naam je er ook aan geeft, het is een relatief snelle, veilige en budgetvriendelijke manier om een aantal tennisbanen te overdekken in de winterperiode. Het feit dat een blaashal tijdelijk outdoorbanen overdekt – in de zomer kan de blaashal weer worden opgeborgen – maakt het bovendien tot een uiterst efficiënte methode om meer indoorcapaciteit te creëren. Die conclusie trok de KNLTB zelf ook. Daarom werd enkele weken geleden in samenwerking met specialist PolyNed op het NTC in Amstelveen een gloednieuwe blaashal over twee hardcourtbanen heen gezet.
In het algemeen is de bond en daarmee heel tennissend Nederland er veel aan gelegen voldoende indoorcapaciteit voor tennis te behouden. Dat is belangrijk voor spelplezier, maar zeker ook voor de ontwikkeling van (talentvolle) jeugd, wedstrijdspelers en mogelijkheden voor leraren om jaarrond goed hun werk te kunnen doen, dus ook in de wintermaanden. Die tennis-indoorcapaciteit is in de ‘strijd’ om de schaarse ruimte in Nederland en de opkomst van een sport als padel, echter geen vanzelfsprekendheid.
Blaashal lag voor de hand
“Vorig jaar kwamen er eigenlijk twee dingen bij elkaar voor ons”, zegt Leon van Leeuwen, Accommodatie Manager bij de KNLTB. “Wij staan voor de kwaliteit van onze sporten en dus willen we regionaal voldoende indoorcapaciteit voor tennis hebben en houden. Daarom hebben we de laatste jaren ook vaak genoeg gezegd dat een blaashal een goede optie is. In de winter breid je je indoorcapaciteit uit en aan het begin van de zomer haal je hem weer weg. Nu liepen we op het NTC zelf tegen een heel concreet probleem aan: die vier indoorbanen op het complex waren simpelweg te weinig om onze ambities voor onze topsportprogramma’s waar te maken. Ook die programma’s zijn essentieel voor tennis in Nederland. Op basis van de beschikbare ruimte en het bestemmingsplan was bouwen niet zomaar mogelijk, dus lag een blaashal eigenlijk voor de hand. En de andere belangrijke component van dit project is natuurlijk dat wij op deze manier als voorbeeld kunnen dienen voor clubs die zelf een blaashal willen plaatsen.”
Na een jaar van voorbereiding ging in september de KNLTB samen met partner PolyNed aan de slag om de blaashal daadwerkelijk op te zetten. Direct werd bevestigd dat een blaashal snel staat. Hoewel bij een eerste keer er wat meer werk zit in de voorbereiding, was de klus in een halve dag geklaard. “Hoe makkelijk het gaat en welke voorbereidingen je precies moet treffen, hangt af van de locatie”, zegt Renko Driesen, Commercieel Manager bij PolyNed. Het bedrijf begon meer dan vijftig jaar geleden met alleen blaashallen, maar is uitgegroeid tot marktleider in de textielarchitectuur. “Bij plaatsing van een blaashal speelt de ondergrond van de banen een rol, maar ook de bodemsamenstelling is belangrijk. Dat laatste was de reden dat wij voor een goede verankering op het NTC zo’n tien meter de grond in moesten, terwijl wij recent bij een project in Leusden slechts drie meter diep hoefden te gaan.”
Licht en warmte
Snelle opbouw of niet, los van de verankering komt er bij het realiseren van een blaashal in de voorbereiding nog wel iets meer kijken dan alleen het opzetten van de hal. Driesen: “Overal waar wij een blaashal neerzetten, zijn enkele aanpassingen aan de baan nodig en dan is er nog het plaatsen van onder andere een ‘installatiehuis’ waarmee de ventilatorunit en verwarming van de hal wordt aangestuurd. De ventilator zorgt constant voor een lichte overdruk om de hal op spanning te houden.”
Voor het verwarmen van de ruimte zijn er verschillende opties. Dat kan met aardgas of propaangas, maar er zijn inmiddels ‘groenere’ methodes, zoals aansluiting op stadswarmte. “Op het NTC hebben wij een propaangastank”, licht Van Leeuwen toe. “Dat is vanuit het oogpunt van duurzaamheid alweer iets beter dan aardgas. We hebben ook gekeken naar andere vormen, zoals stadswarmte, maar qua infrastructuur is dat nu nog niet mogelijk.” Verder koos de KNLTB heel bewust voor materiaal voor de hal dat zeker 50 procent van het daglicht doorlaat, waardoor overdag maar heel beperkt of zelfs geen gebruik wordt gemaakt van de beschikbare ledverlichting. Bovendien is er bij zonlicht sprake van enige stralingswarmte, wat nog kan schelen in de stookkosten.
Kosten beheersbaar
Mede door snelle op- en afbouw, het tijdelijke karakter van de blaashal zonder consequenties voor de banencapaciteit in de zomer, en de snelle ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, ziet PolyNed de vraag van tennisaanbieders en tennisleraren toenemen. Bij concrete plannen schetst PolyNed hen een totaal kostenplaatje van tussen de 200.000 en 250.000 euro, afhankelijk van genoemde zaken als vergunningen, baanaanpassingen en bodemsamenstelling. “Een belangrijke tip voor clubs is om vooraf echt alle kosten goed inzichtelijk te maken”, benadrukt Van Leeuwen. “Verzamel de juiste informatie en laat waar nodig onderzoek doen. Zo is het belangrijk voor de verankering een zogenoemde ankertest te doen, zodat je exact weet wat de situatie is en heel bepalend kan zijn voor het vervolg. En doorloop vooral ook de benodigde vergunningprocedures voordat je verder gaat. Het is de beste manier om de kosten zoveel mogelijk beheersbaar te houden.”
Ontzorgen
Voor de investering in een blaashal zijn subsidies beschikbaar, zoals de BOSA-regeling (Bouw en Onderhoud Sportaccommodaties). Deze regeling wordt overigens wel afgebouwd. En vergunningsprocedures is vooral een kwestie van de juiste route kennen. Ook op dit gebied kan PolyNed een grote meerwaarde hebben. “PolyNed kan bij uitstek ontzorgen”, vat Van Leeuwen samen. “Subsidies, vergunningen, aanpassingen aan de banen, er is het nodige te regelen voor clubs die kiezen voor een blaashal. Een partij als PolyNed kan veel van dit soort processen uit handen nemen. Bovendien zijn zij in het gehele traject hét aanspreekpunt. Zij communiceren en stemmen af met eventuele andere benodigde partijen. Dat geeft rust en overzicht.”
“Wij beseffen hoe lastig dit soort zaken kan zijn, zeker voor verenigingen, die voornamelijk draaien op vrijwilligers”, vult Driesen aan. “Het werk aan de voorkant zodat je een goede start maakt, zoals Leon benoemt, is belangrijk, maar kost tijd. Het is precies de reden dat wij dit jaar hebben besloten nog nadrukkelijker in te zetten op ondersteuning en begeleiding. De KNLTB kan nu uit eigen ervaring bevestigen dat het proces van eerste contact tot plaatsing van de hal, omvangrijk is. Wij hebben de kennis en de ervaring in huis om optimaal te ontzorgen in dit proces, daar kunnen partijen van profiteren.”
Denk jij over gebruik van een blaashal? Neem dan contact op met je Accountmanager, die kan je helpen bij de volgende stappen.