De data die de KNLTB beschikbaar heeft over de tennis- en padelsport in Nederland, biedt de bond steeds meer mogelijkheden om op verenigingsniveau, maar ook op regionaal niveau passende ondersteuning te bieden. Deventer is een uitgelezen voorbeeld. Daar bleek uit data dat in een periode van vier jaar het totaal aantal jeugdleden in de stad en omgeving met 25 procent was teruggelopen. Een uitstekende reden om de Jeugdwerkgroep Deventer in het leven te roepen en de dalende trend om te buigen. Tennisleraar Maarten Alferink is een proactief lid van de groep.
Alferink richtte in 2011 zijn eigen tennisschool Tennisschool M op en verzorgt daarmee de lessen van de Deventer LTC, midden in Deventer. Als tennisschool is Alferink echter actief in de gehele regio, ook in samenwerking met scholen en met andere activiteiten. Toen hem door de voorzitter van DLTC werd gevraagd zich bij de Jeugdwerkgroep te voegen, was hij eerst wat terughoudend, maar later stapte hij enthousiast in.
Zeven clubs
Nu nog is er vooral betrokkenheid van drie vooraanstaande verenigingen uit Deventer, simpelweg omdat niet elk bestuur of voorzitter de tijd heeft om al een actieve bijdrage te leveren. In totaal gaat het echter om zeven Deventerse clubs: Deventer LTC, Drijver’s TC, Tennis en Padel Colmschate, TC Bathmen, TV Lettele, TC De Schapekolk en TC Park Braband. Verder zijn ook Sportbedrijf Deventer en KNLTB Accountmanager Bernice Treep onderdeel van de werkgroep.
“Ook bij DLTC zagen wij al langer dat het lastig was het aantal jeugdleden op peil te houden. Binnen enkele jaren gleden we af van ongeveer honderd jeugdleden naar zo’n 65 à 70”, blikt Alferink terug. “We zijn toen direct meer gaan inzetten op werving, onder andere met Tenniskids@school, een goede open dag, dat soort zaken. We zijn redelijk snel weer opgeklommen naar honderd jeugdleden.” Clubs in Deventer worden echter geconfronteerd met een probleem dat ook landelijk aan de orde van de dag is. Werven van leden lukt misschien nog wel, maar jeugdleden vasthouden blijkt moeilijk. Dan komt het vooral aan op activatie: een goed aanbod van wedstrijden en activiteiten om jeugdleden te binden, onderlinge ontmoetingen te bevorderen en het speelplezier te verhogen.
OGSM-model
En dan is, zeker in een regio als Deventer, samenwerking van de verschillende clubs onmisbaar. Binnen de Jeugdwerkgroep ging men dan ook grondig te werk. Als basis voor deze samenwerking werd de koers voor de komende jaren gevangen in een zogenoemd OGSM-model: Objectives, Goals, Strategies and Meassures. Vanuit een centrale ambitie, meer jeugdleden op de clubs krijgen en deze vasthouden, worden doelen, strategieën en concrete acties vastgelegd. Jeugdleden behouden via Tennis alles-in-1, Tenniskids TOF implementeren en een wedstrijd-/activiteitenaanbod opzetten om ontmoetingen te bevorderen en speelplezier te verhogen, zijn zomaar enkele OGSM-doelstellingen in Deventer.
Alferink nam al een voortrekkersrol bij laatstgenoemde doelstelling. Hij organiseerde begin februari op de banen van DLTC het eerste uitwisselingstoernooi in Deventer, een dagtoernooi waarbij alle jeugdspelers in Deventer welkom waren. Met zeventig aanmeldingen was dat direct een succes. “Ik vind het sowieso leuk om dit soort evenementen te organiseren”, aldus Alferink, die erg gelooft in het idee dat een tennisleraar niet alleen de persoon is die lessen verzorgt, maar ook een belangrijke bindende factor kan zijn. “Dat we meteen zeventig deelnemers konden ontvangen, was natuurlijk een opsteker. In de werkgroep hebben we een hele toernooikalender gemaakt. In eerste instantie hebben we toernooien gepland bij de andere clubs die al actief waren in de groep, DLTC, TC Bathmen en Tennis en Padel Colmschate. Later kwamen we tot de conclusie dat we net zo goed de andere clubs in de omgeving ook hierbij konden betrekken.”
‘Iedereen bij elkaar’
Verder worden clubs die dat nog niet doen, dus geholpen bij het aanbieden van een alles-in-één-lidmaatschap voor jeugdleden en de implementatie van Tenniskids TOF. Alles om jeugdleden meer te binden en te betrekken. Ook bij dat laatste was Alferink nauw betrokken. Hij was mede-organisator van een PO-sessie over Tenniskids TOF voor alle leraren in de regio. “Sommige leraren kenden de informatie natuurlijk al, maar voor anderen was het helemaal nieuw. En wat ik persoonlijk het mooiste vond aan die dag; we zaten weer eens met z’n allen bij elkaar. Natuurlijk spreek je elkaar wel her en der tijdens toernooien, maar we hebben zelden iedereen bij elkaar.” Die bijeenkomsten zijn vooral waardevol omdat ook op het gebied van betrokkenheid van leraren nog veel te winnen valt. Zo is het voornemen bijvoorbeeld om meer gezamenlijke sessies te organiseren en ook om gezamenlijk tot taakuren te komen waarin leraren invulling kunnen geven aan de doelstellingen uit het OGSM.
Echt samen doen
Voor de nabije toekomst is het in ieder geval zaak alle clubs uit Deventer aan tafel te krijgen in de Jeugdwerkgroep. “Want je moet het echt samen doen”, wil Alferink andere clubs graag meegeven. “Om te doen wat wij in Deventer doen, moet echt iedereen bereid zijn samen te werken en nauw te overleggen, zoals wij doen in de werkgroep. Ook de uitwisselingstoernooitjes werken echt alleen als je het in gezamenlijkheid oppakt. En het is een proces dat tijd kost. Ook wij staan eigenlijk nog maar aan het begin. Er is al behoorlijk wat werk verzet, maar deze samenwerking kan nog structureler, breder en beter. De focus moet liggen op het collectief, op de jeugd van Deventer in dit geval. We kunnen nog veel meer bereiken.”
Succesfactoren voor het behoud van jeugd
Wil je als vereniging zelf ook actief aan de slag met het behoud van jeugd? Dit zijn de succesfactoren daar voor:
- Actieve leraar: een leraar die zorgt dat de jeugd enthousiast is, die de jeugd enthousiasmeert om aan activiteiten mee te doen en vaker naar de club te komen is goud waard voor een vereniging. In veel succesverhalen speelt de leraar een cruciale rol. Tip voor verenigingen om dit ook op te nemen in de taakuren.
- Actieve jeugdcommissie: als er veel activiteiten georganiseerd worden voor de jeugd, zorgt dat ervoor dat de jeugd vaker naar de club komt en met meer plezier op de baan staat. Een actieve jeugdcommissie, en de samenwerking met de leraar daarin, is cruciaal.
- Samenwerking met andere verenigingen: niet alle verenigingen hebben genoeg jeugd of vrijwilligers om iets te organiseren. Samenwerken met omliggende verenigingen kan hierin helpen. Samen activiteiten organiseren en de jeugd bij elkaar halen.
- Jeugdraad / Whoznext: de jeugd zelf activiteiten laten organiseren zorgt ook voor meer enthousiasme bij de jeugd
