tenniskids@school indoor

Sport en bewegen heeft belangrijke positie in nieuw onderwijscurriculum

Op 10 oktober kreeg minister Arie Slob uit handen van de mensen achter het project Curriculum.nu het eindadvies voor een nieuwe curriculum voor het basis- en voortgezet onderwijs overhandigd. Initiatiefnemers van het project, zo’n 125 leraren en 18 schoolleiders, concludeerden dat het huidige curriculum, simpel gezegd het totaalpakket aan lesstof en vaardigheden dat leerlingen krijgen aangeboden, verouderd was. Daarom brachten ze opnieuw in kaart wat leerlingen in deze tijd moeten leren. Sport en bewegen en ook de positie van sportverenigingen daarin komen nadrukkelijk aan de orde.

Het is de eerste keer in de Nederlandse historie dat leraren uit het basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs zélf en gezamenlijk aan zet zijn bij de herziening van het curriculum. De leraren en schoolleiders die zich op het project stortten kregen door middel van gesprekken en feedback hulp van meer collega-leraren, schoolleiders, schoolbestuurders, wetenschappers, lerarenopleiders, vervolgonderwijs en vakverenigingen. Bovendien luisterden ze goed naar leerlingen zelf en hun ouders.

Aansluiting bij Sportakkoord

Het advies voor een nieuw curriculum bestaat uit zogenoemde bouwstenen – uitgangspunten op basis waarvan uiteindelijk een heel curriculum samengesteld kan worden. Het leergebied Bewegen en Sport bestaat uit zes bouwstenen: goed leren bewegen, gezond bewegen, bewegen betekenis geven, bewegen regelen, samen regelen en contexten van bewegen. Bovendien wordt door de themagroep Bewegen & Sport in het curriculum-advies benadrukt dat bewegingsonderwijs gegeven moet worden door een vakleerkracht of vakspecialist en dat er voldoende lestijd moet zijn zodat leerlingen naar eigen mogelijkheden kunnen leren en ontwikkelen.

Voldoende bewegingsonderwijs is van groot belang voor de gezondheid en vitaliteit en kan tevens een uitstekende basis zijn voor plezier en prestaties op het sportveld, zo wordt gesteld. Op die manier sluit dit advies haast naadloos aan bij het eerder door het kabinet gesloten Preventieakkoord en het Nationaal Sportakkoord.

Andere beweegcontexten, de sportvereniging

‘Een leven lang met plezier bewegen’, het is een veelomvattende doelstelling in het Sportakkoord en wordt omarmd in het curriculum-advies. Daarbij wordt het belang onderstreept van sporten en bewegen in andere context dan school en de gymles, zoals bijvoorbeeld de tennisvereniging. Letterlijk staat er in het advies over bewegen in andere contexten: ‘Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding. Om een leven lang met plezier te kunnen bewegen, is het van belang dat leerlingen in verschillende beweegcontexten actief kunnen zijn. Daarom worden in de lessen bewegen en sport verbindingen gelegd met beweegcontexten buiten de school’. Oftewel, in de gymlessen kan verbinding met sport bij een sport- en dus ook een tennisvereniging worden gelegd en de vereniging kan op haar beurt een functie hebben in goede fysieke ontwikkeling van kinderen. Heel concreet is deze koppeling er bijvoorbeeld al met Tenniskids@School, waarmee kinderen tijdens de gymles kennis kunnen maken met tennis en de sport vervolgens op de club kunnen proberen. 

Theo de Vaal, Manager Public Affairs bij de KNLTB, steunt de opvattingen in het curriculum-advies van harte. Vooral omdat de tennisbond al langer ziet dat de betekenis van de tennissport ook buiten het terrein van de vereniging groot kan zijn. “We slagen er steeds beter in om de toegevoegde waarde van tennis over het voetlicht te brengen”, aldus De Vaal. “We dagen de tennisverenigingen dan ook graag uit om, met onze ondersteuning, de verbindingen te blijven zoeken met bijvoorbeeld het onderwijs.”

Alleen het document vanuit Curriculum.nu over het leergebied Sport & Bewegen omvat al zestig pagina’s. Ben je benieuwd naar meer details hieruit of wil je meer weten over het gehele curriculum? Kijk dan vooral op Curriculum.nu!